Art. 24.
Het projectconsortium heeft de verplichting om de projectresultaten zo breed mogelijk te benutten voor het bereiken van een maximale toegevoegde waarde voor de beoogde patiëntengroep. Het projectconsortium moet hiertoe onder meer de projectresultaten verspreiden aan een brede doelgroep via onder meer het organiseren van activiteiten van kennisdiffusie. Wanneer een project de ontwikkeling en/of validatie van een softwareapplicatie omvat, moeten de aanvragers een voorgestelde route voor de exploitatie van deze software specificeren. Na voltooiing van het project moet de software worden geëxploiteerd als open source software.
Art. 25.
De begunstigde[4] van gesteunde projecten is eigenaar van de onderzoeksresultaten. Bij een consortium van begunstigden is elke begunstigde in principe eigenaar van de resultaten van het uitgevoerde deelproject tenzij anders gestipuleerd in de consortiumovereenkomst. Leden van de begeleidingscommissie noch onderaannemers wiens bijdrage zich per definitie beperkt tot het leveren van goederen of diensten, kunnen eigendomsrechten laten gelden.
In geval de begunstigde een universitaire onderzoeksgroep betreft gelden de bepalingen van artikel IV.48 van de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013.
In de projectaanvraag dient aangegeven te worden hoe met IPR zal omgegaan worden.
Art. 26. (zoals gewijzigd bij beslissing van de raad van bestuur van 26/10/2022)
De onthaalinstelling(en) verwerft de projectresultaten die voortvloeien uit de onderzoeksactiviteiten. De onthaalinstelling verbindt zich ertoe dat bij elke overdracht van de eigendomsrechten en toekenning van gebruiksrechten op de projectresultaten naar bedrijven een vergoeding wordt ontvangen die overeenstemt met de marktprijs voor het gebruik van de betrokken projectresultaten.
De ontvangen vergoeding wordt beschouwd als gelijkwaardig met de marktprijs indien daardoor het volledige economische voordeel van de genoemde rechten op bovenbedoelde projectresultaten wordt genoten, waarbij één van de volgende voorwaarden is vervuld:
a. het bedrag van de vergoeding is vastgesteld via een open, transparante en niet-discriminerende concurrerende verkoopprocedure, of
b. een taxatie van een onafhankelijke deskundige bevestigt dat het bedrag van de vergoeding ten minste gelijk is aan de marktprijs, of
c. het onderzoekscentrum kan, als verkoper, aantonen dat zij daadwerkelijk, op arm’s length-voorwaarden, heeft onderhandeld over de vergoeding, om, rekening houdende met haar statutaire doelstellingen, het maximale economische voordeel binnen te halen op het tijdstip dat het contract werd afgesloten, of
d. in het geval dat de onderlinge afspraken voor de samenwerkende onderneming een ‘right of first refusal’ met betrekking tot genoemde rechten op bovenbedoelde projectresultaten voorzien, het onderzoekscentrum het recht heeft om derden te benaderen met het oog op economisch meer voordelige aanbiedingen zodat de samenwerkende onderneming haar aanbod daaraan moet aanpassen.
Alle inkomsten uit deze activiteiten dienen opnieuw in de primaire activiteiten van het onderzoekscentrum, te weten onderwijs en vrij onderzoek te worden geïnvesteerd, in overeenstemming met artikel IV.48 van de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013.
Art. 27.
De regeling inzake eigendoms- en gebruiksrechten dient volledig conform te zijn met de Europese regelgeving inzake staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie.
Art. 28.
Bij elke overdracht van eigendomsrechten of toekenning van gebruiksrechten op de projectresultaten dienen alle potentiële gebruikers in de Europese Unie op gelijke en niet-discriminerende wijze te worden behandeld.
Art. 29.
Art. 29.1.
Bij financiering van een project dienen alle inspanningen te worden geleverd die redelijkerwijze mogen worden verwacht in functie van een afdoende bescherming van de projectresultaten en ter vrijwaring van de utilisatie van de projectresultaten.
Art. 29.2.
Bij financiering van een project dienen alle inspanningen te worden geleverd die redelijkerwijze mogen worden verwacht om over een utilisatietermijn van 10 jaar na uitvoering van het project de projectresultaten te utiliseren volgens de opties omschreven in het projectvoorstel zoals goedgekeurd door het FWO en waarop de toekenning van de subsidie gebaseerd is.
In geval van utilisatie van de projectresultaten buiten de Europese Economische Ruimte, verbindt men zich tot het leveren van alle mogelijke inspanningen om ook een significante utilisatie van de projectresultaten te bewerkstellingen in de Europese Economische Ruimte.
Art. 29.3.
Onverminderd het bepaalde in artikel 30 verbindt men zich ertoe om bij elke overdracht van de eigendomsrechten van of exclusieve licentie op de projectresultaten, inclusief in geval van faling, overname of fusie van de overnemer van de projectresultaten, de nodige maatregelen te nemen om de nakoming van de bedoelde plichten te vrijwaren.
Zo dient te worden erkend dat een gedeeltelijke of gehele overdracht van de eigendomsrechten van de projectresultaten, inclusief in geval van faling, overname of fusie van de overnemer van de projectresultaten, enkel mogelijk is met een gelijktijdige overdracht van de uit de overeenkomst voortvloeiende verplichtingen, in het bijzonder deze op het vlak van de utilisatie van de projectresultaten en rekening houdend met de bepaling van artikel 38 en de vermelde referentiedocumenten.
Behoudens een uitdrukkelijke en schriftelijke andersluidende beslissing van het FWO impliceert dergelijke overdracht van projectresultaten in geval van faling, overname of fusie van de overnemer van de projectresultaten tevens de overdracht van de verplichting tot terugbetaling van de subsidie in geval van een eventuele beslissing tot herziening of terugvordering op basis van artikels 36 en 37.