Art. 11. (zoals gewijzigd bij beslissing van de raad van bestuur van 27/03/2024)
Met uitzondering van de bepalingen van artikel 12 mogen de titularissen van een mandaat postdoctoraal onderzoeker geen deel uitmaken van het Assisterend of Zelfstandig Academisch Personeel van de universiteiten of van:
- groep 1 tot en met 3 van het Onderwijzend Personeel van de Hogere Zeevaartschool of een decretaal erkende Vlaamse school of arts;
- de ‘Career Faculty’ en ‘Faculty of Management Practice’ van de Vlerick Business School;
- de faculteit van de Antwerp Management School;
- het academisch kader van het Instituut voor Tropische Geneeskunde als gewoon hoogleraar, hoogleraar, hoofddocent of docent.
Art. 12.
§1. De onthaalinstelling kan de titularissen van een postdoctoraal mandaat belasten met opdrachten waarvan de totale werklast maximaal 8 uur per week bedraagt, behalve tijdens periodes van langdurige ziekte, zwangerschaps- en borstvoedingsverlof, buitenlands verblijf, voltijds ouderschapsverlof of palliatief verlof.
De opdrachten kunnen de volgende zijn:
- administratieve of klinische taken;
- begeleiding van oefeningen, practica of seminaries, waarvoor de werklast dubbel wordt geteld;
- een onbezoldigde onderwijsopdracht waarnemen aan een universiteit of aan een hogeschool in het kader van een academische opleidingen die de limiet van gemiddeld twee uur per week voor junior postdoctorale onderzoekers en van gemiddeld drie uur per week voor senior postdoctorale onderzoekers niet mag overschrijden.
Bij een deeltijdse titularis wordt het maximum van 8 uur per week gereduceerd in verhouding tot het deeltijdse mandaat.
De werklast voor oefeningen, practica seminaries wordt dubbel geteld. Een uur van dergelijke opdrachten wordt gelijkgesteld aan twee uur werklast.
§2. Aan houders van een postdoctoraal mandaat kan bijkomend een deeltijdse bezoldigde opdracht toevertrouwd worden aan een instelling van hoger onderwijs, op voorwaarde dat hun aanstelling als mandaathouder gereduceerd wordt in verhouding tot deze procentuele aanstelling, met inbegrip van 50%-aanstellingen in het tenure track-stelsel ten laste van de universitaire werkingsmiddelen.
Art. 13.
§1. De postdoctorale onderzoekers vallen onder de administratieve en juridische bevoegdheid van de raad van bestuur van het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek - Vlaanderen, vertegenwoordigd door zijn voorzitter en zijn secretaris-generaal. De onderzoekers vallen onder de disciplinaire bevoegdheid van de academische overheid van de universiteit.
§2. De onderzoekers verbinden zich ertoe de reglementen van het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek – Vlaanderen en die van de academische overheden van de universiteit na te leven.
§3. Van kandidaten met een doctoraatsdiploma afgeleverd door een universiteit buiten de Vlaamse Gemeenschap wordt verondersteld dat zij het Nederlands dermate beheersen om de inschakeling in de onderzoeksomgeving mogelijk te maken.
Art. 14. (zoals gewijzigd bij beslissing van de raad van bestuur van 26/06/2019)
De mandaathouders mogen slechts omwille van behoorlijke en verantwoorde motieven, mits advies van hun supervisor en na goedkeuring van het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek - Vlaanderen, hun onderzoeksproject aanpassen.
De mandaathouders kunnen niet van onthaalinstelling veranderen, tenzij de betrokken onthaalinstellingen dat formeel toestaan.
Art. 15. (geschrapt bij beslissing raad van bestuur van 27/11/2019)
Art. 16.
§1. De cumulatie van het mandaat met iedere andere bezoldigde activiteit is uitgesloten, behoudens de in volgende paragrafen van dit artikel bepaalde uitzonderingen.
§2. Het cumulatieverbod, zoals bepaald in de eerste paragraaf, houdt, met betrekking tot doctors in de rechten of in de rechtsgeleerdheid die een postdoctoraal mandaat genieten, in dat zij niet ingeschreven mogen zijn aan de balie. Geen van de hieronder vermelde uitzonderingen kan een afwijking op deze bepaling met zich mee brengen.
§3. Aan houders van een postdoctoraal mandaat kan een gehele of gedeeltelijke cumulatie met toelagen voor studieverblijven in het buitenland worden toegestaan. Titularissen van een reisbeurs van het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek - Vlaanderen, de Vlaamse Gemeenschap, de federale regering of in het kader van de culturele akkoorden, mogen deze met hun mandaat cumuleren. Ze dienen het FWO hiervan in kennis te stellen.
§4. Het FWO kan houders van een postdoctoraal mandaat toestemming verlenen om een nevenactiviteit uit te oefenen binnen de beperkingen van de toepasselijke decretale bepalingen en binnen de beperkingen zoals opgelegd door de als onthaalinstelling optredende universiteit aan haar eigen personeel. Een nevenactiviteit kan worden toegekend die cumuleerbaar is tot maximum 20 procent van de tijd. De onderzoeker dient een verklaring af te leggen dat hij de onderzoekstaak behorend bij het postdoctoraal mandaat voltijds uitvoert.
Art. 17.(zoals gewijzigd bij beslissing van de raad van bestuur van 27/09/2023)
De postdoctoraal onderzoekers dienen na één jaar een interim verslag en aan het einde van hun mandaat een ex-post verslag over hun wetenschappelijke activiteiten aan het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek – Vlaanderen voor te leggen.
Art. 18.
§1. De mandaathouders dienen op al hun publicaties en overdrukken hun titel van postdoctoraal onderzoeker fundamenteel onderzoek van het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek - Vlaanderen en het FWO-dossiernummer van hun mandaat te vermelden.
§2. Bij alle communicatie met betrekking tot hun onderzoek dient de FWO-affiliatie vermeld te worden.
Art. 19. (zoals gewijzigd bij beslissing van de raad van bestuur van 27/11/2019)
§1. De concrete plaats waar de mandaathouder zijn werkzaamheden uitvoert, kan in overleg met de onthaalinstelling worden bepaald.
§2. Een deel van het onderzoek kan tijdens het mandaat in een organisatie worden uitgevoerd voor een periode van maximum 12 maanden, op voorwaarde dat deze samenwerking significant bijdraagt tot het onderzoek en er een schriftelijke overeenkomst wordt afgesloten tussen de onthaalinstelling en de organisatie, waarin afspraken worden vastgelegd met betrekking tot de intellectuele eigendomsrechten. Er kan geen exclusief gebruiksrecht of eigendomsoverdracht aan de betrokken Belgische of niet-Belgische organisatie worden toegestaan. Indien het een niet-Belgische organisatie betreft, dient voorafgaandelijk toestemming te worden gevraagd aan het FWO.
§3. Het buitenlands studieverblijf kan enkel worden toegestaan indien de postdoctoraal onderzoeker tijdens het buitenlands verblijf onderworpen kan blijven aan de Belgische sociale zekerheid. Bijgevolg dient de postdoctoraal onderzoeker minstens 30 kalenderdagen voor zijn vertrek onder de Belgische sociale zekerheid te hebben geressorteerd.
De secretaris-generaal kan uitzonderlijk beslissen, op basis van een gemotiveerd verzoek, om van de voorwaarde om onderworpen te blijven aan de Belgische sociale zekerheid af te wijken.
Art. 20.
De titularissen van een mandaat dienen het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek – Vlaanderen zo spoedig mogelijk in kennis te stellen van elke tijdelijke onderbreking van hun onderzoek, ongeacht de oorzaak ervan.
Art. 21. (zoals gewijzigd bij beslissing van de raad van bestuur van 26/06/2019)
§1. De mandaathouders dienen als verplicht verzekerde aan te sluiten bij een Belgisch ziekenfonds naar keuze.
§2. Bij ziekte dient de mandaathouder binnen de 48 uur aan het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek – Vlaanderen de medische attesten te laten geworden waarin de periode van de ongeschiktheid vermeld is.
Een dubbel van het medisch attest dient, met tussenkomst van zijn supervisor, aan de bevoegde dienst van de onthaalinstelling, waarvan de mandaathouder afhangt, te worden overgemaakt.
Art. 22.
De mandaathouder dient het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek – Vlaanderen zo snel mogelijk schriftelijk op de hoogte te brengen van om het even welke wijziging in zijn situatie, zoals de wijziging in zijn burgerlijke stand, een geboorte, een adresverandering of andere.